
Als die kap leidt tot een verbeterde vegetatie, mag nog eens acht hectare gekapt worden.
Onder die voorwaarde heeft het college van de gemeente Heumen een kapvergunning verleend aan Staatsbosbeheer. Ook wordt Staatsbosbeheer verplicht tussentijds belanghebbenden te informeren.
De geplande bomenkap van onder meer eiken en berken deed ruim een jaar geleden veel stof opwaaien.
Staatsbosbeheer wil in de Overasseltse Vennen dertien hectare bomen kappen om het gebied zijn oorspronkelijke heidekarakter terug te geven. Door de schaduw van de bomen en de verdamping van het water krijgt die oorspronkelijke vegetatie geen kans meer, vertelt boswachter Frank Klinge. Zeldzame planten verdwijnen zodoende uit het vennengebied.
Dat laatste betwijfelt een groot aantal mensen. Hun argument: eerdere kap zou ook niet geleid hebben tot terugkeer van de heidevegetatie. En in de afgelopen eeuw is de begroeiing van het oorspronkelijke vennengebied nu eenmaal veranderd.
Dat de bomenkap veel onrust veroorzaakt, vindt de boswachter heel begrijpelijk. Mensen zien hun omgeving veranderen en weten niet waarom. Staatsbosbeheer heeft ervan geleerd, betoogt Klinge. Het is duidelijk dat je gewoon altijd goed moet communiceren.
Kijk, wij vinden dat het vijf voor twaalf is. Door dat goed over te brengen, heb ik de indruk dat meer mensen zich daar nu bewust van zijn.
Klinge vindt het prima dat Staatsbosbeheer pas verder mag met de kap wanneer duidelijk of de eerste resultaat heeft gehad. Maar ik ben ervan overtuigd dat het zin heeft. Anders deden we het niet.
Het is de bedoeling dat een onafhankelijk bureau snel een zogenoemde nulmeting gaat verrichten. Dat betekent dat geïnventariseerd wordt wat er nu allemaal groeit in die beoogde vijf hectare.
Die nulmeting wordt er over vijf jaar bij gehaald en vergeleken met de stand van zaken dan.
Pas dan beslist de gemeente Heumen over de overige acht hectare.
Een strook bosplantsoen ten oosten van de Parksesteeg blijft in elk geval overeind om de A73 uit het zicht te houden.