Er komt iets moois voor terug, daar is iedereen het over eens, maar intussen zitten de winkeliers van winkelcentrum Dukenburg met een enorm omzetverlies.
Ze maken zich ernstig zorgen over de toekomst.
Zeven telefoonwinkels, zes opticiens en zeven food- winkels. Allemaal te veel van het goede en juist te weinig verschillend.
Hoe moet het verder met winkelcentrum Dukenburg? Drie food- verkopers Han van Weel, Willem Delmee en Wilfred Huberts maken zich ernstig zorgen.
Ik heb vorig jaar 18 procent minder omzet gedraaid, zegt Willem Delmee van Bakker Bart. Ik heb nu 4500 klanten in de week, in 2002 had ik er 5800. Dat kan zo niet langer doorgaan.
Delmee is met zijn collegas verbolgen over het feit dat er weer een nieuwe broodjeszaak bijkomt. Ik ben niet bang voor concurrentie.
Maar we zitten hier al vijftien maanden met een afschuwelijke verbouwing waardoor we allemaal omzetverlies lijden. En dat duurt nog minsens een jaar.
In deze situatie vind ik het ongepast dat de Vereniging van Eigenaren, nota bene zonder ons erin te kennen, een nieuwe concurrent toelaat. Han van Weel van Brasserie le Duc valt hem bij, evenals zijn buurman Wilfred Huberts van de Bestaria. Het is onderhand niet meer vol te houden. De Vereniging van Eigenaren doet maar wat. Zo gauw er een pand leegkomt, hup een ander erin.
Ze kijken niet wat erin komt.
Als het zo doorgaat, stevenen wij af op een enorme verschraling van het aanbod hier. Ik zou zo denken dat de eigenaren van het onroerend goed toch ook oog voor de toekomst hebben, maar daar lijkt het niet erg op, zegt VanWeel.
De verbouwing van het winkelcentrum wordt alom toegejuicht. Maar de ongemakken die ermee gepaard gaan, zijn aanzienlijk. Het ergst is volgens de heren het verlies van vierhonderd parkeerplaatsen bij de hoofdingang. Alle impulsbezoekers zijn verdwenen, zegt Delmee. Sigarenman Ben Heussels heeft daardoor een kwart omzetverlies geleden en is ermee moeten stoppen. Een regelrechte schande.
VanWeel en zijn buurman Huberts van de Bestaria zitten naast al het reguliere ongemak ook nog met de situatie dat hun zaak wordt afgebroken. Daar krijgen ze wel een andere ruimte voor terug en ze worden gecompenseerd. Han van Weel wil dat allemaal niet meer meemaken. Ik ben onderhand 58 jaar, heb er al een jaar of veertig in de horeca opzitten. Ze moeten mij maar uitkopen.
VanWeel had zijn zaak op papier al verkocht toen de projectontwikkelaar meldde dat hij vijf maanden zijn zaak zou moeten sluiten omdat de boel afgebroken zou worden. Toen trok de koper zich uiteraard terug. Dat was een lelijke streep door de rekening. Mijn zoon, die ook een eigen zaak wilde, had net daarvoor een zaak in Berg en Dal geopend toen de projectontwikkelaar wist te vertellen dat ik een ruimte kon krijgen die twee keer zo groot is als wat ik nu heb.
Waarom kon dat niet eerder?
Ik bedoel maar: een beetje meer overleg en iets meer luisteren naar je huurders zou een hoop helpen. Dat vindt ook Delmee. We betalen een heel behoorlijk bedrag servicekosten. Dan mag je toch verwachten dat ze met ons overleggen over plannen. Wij zijn heus de enigen niet die klagen. Wanneer houdt de ellende hier eens op.
De Gelderlander | 16-5-2006 |
Copyright © 2006 De Gelderlander - alle rechten voorbehouden |