De geschiedenis van Nijmegen, dat zich graag uitroept tot oudste stad van Nederland, bevat wel meer geschiedenis die nep is. Een alom bekend voorbeeld van die nep is de bisschop van Nijmegen. Met de in de teksten genoemde stad Noviomagus bleek Noyon bedoeld te zijn en niet Nijmegen, waar immers nooit een bisschopszetel heeft bestaan.
In 1914 meende archeoloog Holwerda op de Kopse Hof het Oppidum Batavorum gevonden te hebben: ook nep. Archeoloog Willems verklaarde in 1989: We hebben op dit ogenblik zon 9000 vierkante meter van Holwerda\' s Oppidum Batavorum opgegraven, maar zoals eigenlijk wel te verwachten was: we hebben het niet gevonden.
En als er hier al Bataven zijn geweest dan hoorden die bij een Romeins legeronderdeel! De Bataven, Karel de Grote, de Noormannen, en enkele bisschoppen van Noyon zijn door het verkeerd lezen en begrijpen van antieke teksten in Nijmegen terecht gekomen: allemaal nep dus.
Het gat van Nijmegen is in historische kring een algemeen bekend en erkend gegeven, dat door de archeologie onmiskenbaar wordt bevestigd. Na de Romeinse periode die voor Nijmegen eindigde rond 250 na Chr., komt pas in de 11de eeuw aantoonbaar weer wat bewoning op gang. Zelfs het
Bronnenboek van Nijmegen, uitgegeven door de eigen Universiteit, vertoont ondanks enkele grove blunders, sowieso al een gat van vijf eeuwen. Tussen 250 en 770 wordt er in dat Bronnenboek niets vermeld.
Veroorzakers van al deze verwarring waren de Nijmegenaren ( hoe kan het anders?) Willem van Berchen ( kanunnik in de vijftiende eeuw) en de dominees vader en zoon Smetius ( zeventiende eeuw).
Wellicht goedgelovig, meenden zij voldoende kennis van antieke ( Latijnse) teksten te hebben om zonder verder onderzoek enkele historische gebeurtenissen naar Nijmegen te halen.
Op die foutieve uitgangspunten heeft Nijmegen later haar verdere geschiedenis gebouwd.
Van enige continuïteit in bewoning van de Romeinse aanwezigheid is totaal geen sprake geweest.
Het tijdelijke Romeinse legerkamp droeg ook zeker niet de naam Noviomagus. Dat is maar aangenomen, maar op geen enkele manier ooit bewezen. Keizer Traianus ( keizer tussen 98 en 117 n. Chr.) zou Nijmegen stadsrechten hebben gegeven.
Dat het hier handelde om stadsrechten van de stad Neumagen in Duitsland, wil men alleen in Nijmegen nog steeds niet geloven.
Ook dit gegeven kan toegevoegd worden aan het lijstje nep.
Het antieke Romeinse en Karolingische Noviomagus was de Noord- Franse stad Noyon.
De hele geschiedenis van dat antieke Noviomagus, inclusief de Bataven, Karel de Grote, de Noormannen en enkele bisschoppen, hoort daar thuis en niet in Nijmegen.
Ook in Nijmegen weet men dat, maar het wordt angstvallig verzwegen.
Met enkele kreten probeert de plaatselijke VVV het 2000- jarig bestaan van de stad overeind te houden.
Hoe men in Nijmegen in 2005 aan een 2000- jarig bestaan van de stad komt, moet men overigens nog maar eens proberen uit te leggen.
Zie voor meer informatie www.noviomagus.info